Hoewel fruit zelf ethyleen produceert, staat het middel tegelijkertijd als gewasbeschermingsmiddel te boek. Al in 2009 werd ethyleen Europees erkend als werkzame stof in de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. Hierbij geldt: een gewasbeschermingsmiddel is verboden, tenzij het is toegestaan. Een toegelaten gewasbeschermingsmiddel mag niet zomaar in elk gewas worden gebruikt. Voor elk gewas moet een afzonderlijke toelating worden aangevraagd.
Ethyleen is een hormoonstof die plantengroei stimuleert, maar ook werkt als kiemremmer en rijpingshormoon. Het wordt op natuurlijke wijze door planten geproduceerd, maar wordt op industriële basis onder andere gebruikt voor het rijpen van bananen en citrusvruchten, als ook voor de ontgroening van tomaten. Maar bijvoorbeeld ook om het uitlopen van uien en aardappelen tegen te gaan. Er is geen alternatief bekend voor het gebruik van ethyleen.
Toelating
Sindsdien zijn er een aantal producten in de schemerzone terecht gekomen. Zo was er lange tijd geen alternatief voor ethyleen in bananenrijpcellen op de markt. Maar sinds december 2016 is het rijpingsgas BANARG van Linde toegelaten voor bananen en citrusvruchten.
Het mengsel bestaat uit 4% ethyleen in stikstof. Eind december 2016 liet het CTGB (College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden) dit Linde-product na een uitgebreide toelatingsprocedure officieel toe voor gebruik in Nederland. Onder ‘aard werking’ staat te lezen: groeiregulator. Daarmee werd Linde Gas in ons land de enige toegelaten leverancier voor deze toepassing.
In België was het gebruik van ethyleenmengsels al langer toegestaan. Daar is de FAVV actief op het gebruik van het middel gaan controleren. Men heeft hierbij snel de koppen bij elkaar gestoken met onder meer de beroepsfederatie van gassenproducenten om toestemming te vragen voor het ethyleenmengsel voor bananenrijpers, op voorwaarde dat de definitieve vergunning zou worden ingediend. De zogeheten 120-dagen-regeling is steeds opnieuw verlengd aan de bananensector, waarna in september 2016 akkoord werd gegeven voor de finale toepassing.
Toegelaten
Het Linde product BANARG ® (96% N2 en 4% C2H4) is toegelaten in Nederland op 30 december 2016 in de database met toegelaten Gewasbeschermingsmiddelen van het CTGB, onder nummer 15259 N. Sindsdien is er een definitieve vergunning beschikbaar voor het gebruik van een product op basis van ethyleen, voor het rijpen van bananen en het narijpen van citrusvruchten.
Sinds genoemde datum, kan BANARG het hele jaar door legaal worden gebruikt voor het rijpen van bananen en de ontgroening van citrusvruchten in Nederland. Het gebruik van ethyleen als vruchtrijpingsmiddel was in Nederland tot nu toe feitelijk illegaal en ging buiten het CTGB om. Maar omdat ethyleen al sinds jaar en dag gebruikt wordt (al voordat er überhaupt een gewasbeschermingswet bestond in Nederland), is het nooit tot handhaving gekomen.
Terughoudend
Nederlandse bananenrijpers reageerden in 2017 in grote meerderheid erg lauw toen ze plotseling tot gewasbeschermingsmiddelengebruikers bleken te worden gerekend. Dat zit gevoelsmatig waarschijnlijk al snel in de sfeer van milieudelicten, dus wordt er terughoudend naar gekeken. Men reageert onder het mom van 'daar hebben we nooit van gehoord', 'dat is voor ons niet van toepassing', 'het zal zo'n vaart niet lopen' of 'zolang de overheid me dat niet vertelt, blijf ik het gebruiken’, hoort Linde vaak vanuit de branche.
Linde wil bewustwording creëren dat er nu een alternatief middel beschikbaar is. Sommige klanten realiseren zich niet dat ze feitelijk in overtreding zijn bij gebruikmaking van iets anders, maar het ethyleengebruik is illegaal.
Gebruik van ethyleen door bananenrijpers is jarenlang gedoogd, maar nu er een wettelijk alternatief op de markt is, kunnen bedrijven bij controles tegen de lamp lopen. De NVWA is hiervoor in Nederland aangesteld als controlerende organisatie.
Spuitlicentie
Een andere regelgeving die op de achtergrond speelt, is dat bedrijven autorisatie nodig hebben om gewasbeschermingsmiddelen toe te passen, middels een zogeheten ‘spuitlicentie’. Toch is het binnen de sector niet overal even duidelijk dat voor het gebruik van ethyleengas een spuitlicentie vereist is.
Het CTGB bevestigt dat het ethyleenmiddel staat vermeld in de openbare toelatingenbank ( www.ctgb.nl/toelatingen). De vrije toelating van middelen wordt uitsluitend beoordeeld op wetenschappelijke gronden. Men kijkt niet naar praktisch gebruik in de markt. Die taak ligt bij de NVWA, die als handhaver toeziet op juist gebruik van toegelaten middelen.