Acetyleen, ammoniak, waterstof, propaan, propyleen (propeen) en methaan zijn allemaal brandbare gassen, ook wel "stookgassen". Wanneer deze worden gemengd met een oxidant en blootstaan aan een ontstekingsbron, branden ze.
In het diagram hieronder worden de concentratielimieten voor de brandbaarheid van verschillende gassen in lucht weergegeven. De oranje balken geven het bereik in procenten aan, waarin deze brandbare gassen een bijzonder ontbrandings- of explosierisico vormen.
Hoe hoger de concentraties worden,hoe hoger het risico op ontbranding wordt. Wanneer de concentratie de hoge limiet (UEL) overschrijdt, wordt het mengsel te "rijk" om te kunnen branden, waardoor het risico op ontbranding afneemt.
In ieder reservoir of afgesloten ruimte kunnen ontsnappende brandbare gassen, ook in kleine hoeveelheden, onder bepaalde omstandigheden een brandbaar mengsel vormen. Ook in de buitenlucht of in grote, natuurlijk geventileerde werkruimten bestaat echter een klein risico dat brandbare gassen de lage drempelwaarde voor ontbrandbaarheid kunnen bereiken.
Ook hier kan een lekkage van brandbaar gas een mengsel met de omringende lucht vormen, dat in brand kan vliegen of exploderen. Sommige van deze gassen zijn daarom voorzien van geurstoffen, zodat lekkage gemakkelijker wordt opgemerkt.