Levende vis wordt op vrachtwagens met hoge bezettingen (tot 1 kg/kg water) getransporteerd. De benodigde extra zuurstof wordt meestal door middel van compressoren en een beluchtingssysteem ingebracht.
De compressoren worden door de vrachtwagen aangedreven. Maar bij lange stilstand, bij storing aan de compressor of bij hoge buitentemperaturen is dosering van zuivere zuurstof noodzakelijk.
Deze zuurstof wordt middels cilinders of transportvaten voor vloeibare zuurstof meegenomen. Veel vissoorten worden op deze wijze getransporteerd, zoals o.a. forel, glasaal en paling.