-
in argon, helium, stikstof, waterstof of mengsels daarvan. De gassen worden daarbij gedissocieerd en geïoniseerd, zij bereiken hoge uitstroomsnelheden en geven hun thermische energie tijdens de recombinatie af aan de verstoven deeltjes. De boog is niet overgaand, d.w.z. dat hij binnen de plasmagenerator brand
-
allassen. helium, argon, stikstof en gemengde gassen in LASGON®-kwaliteit worden gebruikt als beschermings- en procesgassen. Meer informatie Las- en snijgids Functioneel beginsel De in de straalbron opgewekte laserstraal wordt, afhankelijk van het lasertype, met spiegelsystemen of optische vezels naa
-
toelaten, helium. Het verschil tussen de twee gassen wordt duidelijk in de deeltjes snelheid die ermee kan worden bereikt. Bij gebruik van stikstof kan een versnelling van 500 - 1000 m/s worden bereikt, terwijl helium door zijn lage dichtheid een versnelling tot 1300 m/s kan bereiken. Voortbouwend op onze ker
-
of argon/helium. Bij het MAG-lassen wordt een beschermgas gebruikt met een actieve component, zoals kooldioxide en/of zuurstof. Meer informatie Las- en snijgids Bij het MIG/MAG-lassen zijn drie boogtypes mogelijk: de kortsluitboog, de sproeiboog en de pulsboog. Welk type wordt toegepast is afhankelijk